Medezeggenschap en toezicht:
een sterke combinatie

Medezeggenschap en toezicht in cao en governancecodes

Diverse branche-cao’s, vooral in de not-for-profit sectoren, bevatten bepalingen waarin rechten voor de ondernemingsraad zijn geregeld in relatie tot het toezicht in de organisatie.  Naast de cao hebben verschillende branches codes gericht op ‘good governance’, die ondernemingsraden eveneens handvatten kunnen bieden in relatie tot het voordrachtsrecht en  het overleg met de toezichthouder. Niet alle codes doen dit overigens op een vergelijkbare manier. Ook specifieke wetten, zoals wetgeving voor het onderwijs of de zorg, kunnen houvast bieden. 

Wie wil weten welke handvatten er gelden voor de eigen organisatie zal deze verschillende bronnen zelf moeten raadplegen en de diverse bepalingen naast elkaar moeten leggen om tot een totaalplaatje te komen van de mogelijkheden in de eigen situatie. 

Hieronder geven we bij wijze van impressie twee voorbeelden van sectoren met zowel bepalingen in de cao als een eigen governancecode.

Voorbeeld 1: Woningcorporaties

In deze sector is een code voor good governance van toepassing. Hierin staat onder meer:

II.1.6 Het bestuur draagt er zorg voor dat werknemers zonder gevaar voor hun rechtspositie de mogelijkheid hebben te rapporteren over vermeende onregelmatigheden van algemene, operationele en financiële aard binnen de woningcorporatie aan het bestuur of aan een door hem aangewezen functionaris. Vermeende onregelmatigheden die het functioneren van leden van het bestuur betreffen worden gerapporteerd aan de voorzitter van de raad van commissarissen. Dit wordt geregeld in een klokkenluidersregeling, die in ieder geval op de website van de woningcorporatie wordt geplaatst.

III.1.1 De taakverdeling van de raad van commissarissen, alsmede zijn werkwijze worden neergelegd in een reglement. De raad van commissarissen neemt in het reglement een passage op voor zijn omgang met het bestuur en de ondernemingsraad. Het reglement wordt in ieder geval op de website van de woningcorporatie geplaatst.

III.4.1 De voorzitter van de raad van commissarissen ziet erop toe dat:

a) de leden van de raad van commissarissen tijdig de informatie ontvangen die nodig is voor de goede uitoefening van hun taak;

b) voldoende tijd bestaat voor de beraadslaging en besluitvorming door de raad van commissarissen;

c) de commissies van de raad van commissarissen naar behoren functioneren;

d) de leden van het bestuur en de leden van de raad van commissarissen ten minste jaarlijks worden beoordeeld op hun functioneren;

e) de contacten van de raad van commissarissen met het bestuur en ondernemingsraad naar behoren verlopen;

f) de commissarissen hun introductie- en opleidings- of trainingsprogramma volgen.

Daarnaast staat in de cao (2013):

Artikel 11.4 Vacature raad van commissarissen

Bij een vacature in de raad van commissarissen/raad van toezicht deelt de werkgever de ondernemingsraad vooraf mee wie de raad wil benoemen. De raad van commissarissen/raad van toezicht maakt daarbij de gegevens bekend die redelijkerwijs van belang zijn voor de vervulling van de taak van de te benoemen commissaris. De werkgever stelt hierna de ondernemingsraad in de gelegenheid om een advies uit te brengen over de voorgenomen benoeming. Als de raad van commissarissen/raad van toezicht het advies van de ondernemingsraad niet volgt, deelt de werkgever dit schriftelijk en gemotiveerd mee aan de ondernemingsraad.’

Voorbeeld 2: Kinderopvang

In deze sector is een code voor good governance van toepassing. Hierin staat onder meer:

Artikel 8, lid 4 Twee leden van het bestuur wonen ten minste één maal per jaar een bijeenkomst bij van de directeur met de medezeggenschapsraad.

Artikel 2 Samenstelling en benoeming Raad van Toezicht

Procedure bij benoeming en herbenoeming

2.7 Wanneer er een vacature ontstaat binnen de Raad van Toezicht, wordt deze zo snel mogelijk ingevuld.

2.8 Bij elke vacature werft de Raad van Toezicht openbaar. De procedure wordt door de Raad van Toezicht afgestemd met de directie en relevante partijen, zoals de Ondernemingsraad en de Ouderraad.

2.9 Een commissie van de Raad van Toezicht voert gesprekken met kandidaat leden. De commissie maakt op grond van de gesprekken een voorstel voor benoeming waarin de motivering voor de benoeming wordt vermeld. Voor wat betreft kandidaat leden wordt advies ingewonnen bij de directie. De Raad van Toezicht neemt een besluit tot benoeming en herbenoeming van leden.

Lid op voordracht

2.10 Conform artikel XX van de statuten worden de Ondernemingsraad en de Ouderraad in de gelegenheid gesteld om ieder één bindende voordracht te doen voor één lid van de Raad van Toezicht.

2.11 De Ondernemingsraad en de Ouderraad worden indien zich een vacature voor een door hen voor te dragen lid voordoet, door de Raad van Toezicht geïnformeerd over het profiel van het voor te dragen lid. Het lid dat wordt voorgedragen dient evenals de overige leden van de Raad van Toezicht te voldoen aan de profielschets zoals die is opgesteld voor de Raad van Toezicht.

2.12 Indien de Raad van Toezicht meent dat een voordracht niet voldoet aan de opgestelde profielschets, zal hij hierover overleg voeren met de Ondernemingsraad en de Ouderraad. Indien partijen hierover van mening blijven verschillen, zal de Raad van Toezicht aan de desbetreffende partij vragen met een nieuwe voordracht te komen. Indien men hiertoe niet bereid is, zal de voorzitter van de Raad van Toezicht aan de Raad van Toezicht adviseren het betreffende lid niet te benoemen tot lid van de Raad van Toezicht.

2.13 Ook een lid van de Raad van Toezicht dat wordt benoemd op basis van een voordracht, vervult de taak zonder last en ruggespraak van de partij welke voor hem een (bindende) voordracht heeft gedaan en onafhankelijk van de specifieke belangen van deze bij de activiteiten van Kinderopvangorganisatie XX betrokken deelbelangen.

Daarnaast staat in de cao:

Artikel 10.3 Bestuurssamenstelling

Lid 2. De OR of PVT (of bij het ontbreken hiervan het personeel) heeft het recht van voordracht ten aanzien van iedere vacante bestuurszetel.

óf

De OR of PVT (of bij het ontbreken hiervan het personeel) heeft het recht van voordracht ten aanzien van ten minste een vaste, voor dat doel gereserveerde bestuurszetel. Deze bestuurszetel kan slechts worden bezet door een door de OR of PVT (of bij het ontbreken hiervan het personeel) voorgedragen kandidaat.

3. Voor ‘bestuur’ als genoemd in de voorgaande leden moet ‘Raad van Toezicht’ of ‘Raad van Commissarissen’ worden gelezen indien de directievoering is opgedragen aan de Raad van Bestuur.

4. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op die ondernemingen waar de OR of PVT (of bij het ontbreken hiervan het personeel) verderstrekkende bevoegdheden heeft dan genoemd in lid 2. In die ondernemingen blijft de verdergaande bevoegdheid van kracht.